Ontwikkelingen woningmarkt

Minister Blok van Wonen en Rijksdienst heeft op 13 februari 2013 met de oppositiepartijen D66, CU, SGP en de coalitiepartijen VVD en PvdA afspraken gemaakt over de woningmarkt. Dit woningmarktakkoord was nodig om een meerderheid te halen in zowel de Tweede als de Eerste Kamer voor diverse wetsvoorstellen met betrekking tot de (huur)woningmarkt. Het akkoord is nog niet vertaald in wetsvoorstellen.
De hoofdregel voor de aftrekbaarheid van een hypothecaire geldlening blijft het volledig en annuitair aflossen binnen 30 jaar. Om aan de aflossingsverplichting te voldoen, wordt het mogelijk een tweede lening te sluiten. Deze tweede lening mag maximaal 50% van de waarde van de eigen woning bedragen. Het is toegestaan dat de bank en de klant afspraken maken over de aflossingstermijn van deze tweede lening. Zo kan de looptijd worden verlengd naar bijvoorbeeld 35 jaar. De rente op deze tweede lening kan niet in box 1 worden afgetrokken. Deze tweede lening maakt deel uit van de schulden in box 3.
Per 1 maart 2013 wordt de BTW op verbouwingen en renovatie van bestaande woningen voor 1 jaar verlaagd van 21% naar 6%. De verwachting is dat dit de investeringen op de woningmarkt aanjaagt en daarmee een stimulans is voor de bouwsector.
In het kader van een evenwichtige aanpak van de huurmarkt, blijft het beleid erop gericht om sociale huurwoningen beschikbaar te laten komen aan mensen voor wie de woningen zijn bedoeld. De inkomensafhankelijke huurverhogingen blijven bestaan, maar de maximale huurverhogingen worden lager dan in het Regeerakkoord is opgenomen.
Verder heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit gepubliceerd over zogenoemde startersleningen. Bij een starterslening geldt er gedurende de eerste drie jaar geen rente- en aflosverplichting. Zonder nadere maatregelen zouden dit soort leningen niet kunnen voldoen aan de voorwaarden voor renteaftrek, zoals die vanaf 1 januari 2013 gelden. Vooruitlopend op een structurele oplossing worden door de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten verstrekte startersleningen ook na 31 december 2012 aangemerkt als eigenwoningschuld.
(Brief van 13 februari 2013 van de staatssecretaris BZK, kenmerk 2013-0000096414, Besluit staatssecretaris van Financiën, nr. BLKB2013/59M)