Moties over pensioen door Tweede Kamer aangenomen en verworpen

Op 5 december heeft de Tweede Kamer een tweetal moties op het terrein van pensioenen aangenomen.
In de motie van het Kamerlid Klein wordt de regering verzocht de mogelijkheden tot het invoeren van een flexibele AOW qua financiële kosten en maatschappelijke opbrengsten te onderzoeken.
Nu  de zogenoemde pensioenknip wordt afgeschaft, verzoekt het Kamerlid Lodders de regering om een meer flexibele pensioenaankoop mogelijk te maken. Daarbij kan gedacht worden aan meerdere aankoopmomenten of het gebruik van banksparen. Deze mogelijkheden moeten bijdragen aan een mogelijk hogere pensioenuitkering voor beschikbarepremieregelingen en kapitaalregelingen.
De moties van Klein en Lodders zijn aangenomen.
Een motie van de Kamerleden Ulenbelt en Klein haalde het niet. In deze motie geven deze Kamerleden aan dat voor een goed pensioen een opbouw van ten minste 2% (per dienstjaar) noodzakelijk is. Zij verzoeken de regering om alleen een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te sturen dat uitgaat van ten minste een opbouwpercentage van 2%.
(Kamerstukken 33 750 XV, nr.49, en Kamerstukken 32 043, nrs. 185 en 181)