Gevolgen Wet VAP voor eindloon- en middelloonregeling

Bas Vereggen

Met ingang van 1 januari 2014 worden als gevolg van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) de jaarlijkse fiscaal maximale opbouwpercentages met 0,1 verlaagd. In de pensioenpraktijk circuleert de opvatting dat hierdoor eindloonregelingen harder worden geraakt dan middelloonregelingen. De vraag is, of dat werkelijk zo is. Hierna wordt aan de hand van cijfervoorbeelden getoond welke invloed de Wet VAP heeft op een eindloon- en middelloonregeling.

Berekening gevolgen Wet VAP

Als uitgangspunt (fictieve cijfers) voor de uitleg van de gevolgen voor een eindloon- en middelloonregeling geldt het volgende:

Jaar
Salaris
Franchise
Pensioengrondslag (PG)
Verhoging PG

2012
€ 35.000
€ 12.000
€ 23.000
-

2013
€ 36.500
€ 12.250
€ 24.250
€ 1.250

2014
€ 40.000
€ 12.500
€ 27.500
€ 3.250



De deelnemer treedt op 1 januari 2012 toe in de pensioenregeling. In de pensioenregeling blijft in 2014 een pensioenleeftijd van 65 jaar gelden.

Eindloonregeling

Een kenmerk van een eindloonregeling is de backservice. De backservice is de pensioenopbouw over verstreken dienstjaren bij de werkgever waar de pensioenregeling loopt, als gevolg van een verhoging van het pensioengrondslag (PG).

Per 1 januari 2014 wordt de backservice beperkt door de verlaging van de jaarlijkse fiscaal maximale opbouwpercentages per die datum.

Tot eind 2013 wordt de pensioenopbouw bij een pensioenleeftijd van 65 jaar over elke verhoging voor maximaal 2,0% meegenomen over alle verstreken dienstjaren. Met ingang van 1 januari 2014 zal dit 1,9% zijn bij een pensioenleeftijd van 67 jaar. Herrekend naar een pensioenleeftijd van 65 jaar komt dit neer op een opbouw van 1,63% per jaar.

Jaar
PG * max. opbouwpercentage * dienstjaren
Jaarlijkse pensioenopbouw
Totale pensioenopbouw

2012
€ 23.000 * 2% * 1 jaar = € 460
€ 460
€ 460

2013
€ 24.250 * 2% * 2 jaar = € 970
€ 510 1)
€ 970

2014
€ 27.500 * 1,63% * 1 jaar = € 448 (afgerond)

€ 3.250 *1,63% * 2 jaar = € 106 (afgerond)
€ 554
€ 1.524

 

Zonder Wet VAP zou de totale pensioenopbouw in 2014 bedragen: € 27.500 * 2% * 3 jaar =

Achteruitgang bedraagt

 

 



€ 1.650

-/- 7,64%

 
Zonder 'knip' zou de totale pensioenopbouw in 2014 bedragen: € 27.500 * 1,63 * 3 jaar =
 







€ 1.345

Middelloonregeling

De middelloonregeling kent geen backservice, maar hanteert een hoger jaarlijks fiscaal maximaal opbouwpercentage omdat daar een carrièreperspectief in is verwerkt. Het verlagen van het jaarlijks opbouwpercentage en een salarisverhoging of -verlaging heeft dan ook alleen werking naar de toekomst. Bij middelloon bedraagt het naar een pensioenleeftijd van 65 jaar herrekende jaarlijkse opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen 1,84%.

Jaar
PG * max. opbouwpercentage * dienstjaren
Jaarlijkse pensioenopbouw
Totale pensioenopbouw

2012
€ 23.000 * 2,25% * 1 jaar = € 518 (afgerond)
€ 518
€ 518

2013
€ 24.250 * 2,25% * 1 jaar = € 546 (afgerond)
€ 546
€ 1.064

2014
€ 27.500 * 1,84% * 1 jaar = € 506
€ 506
€ 1.570

 
Zonder Wet VAP zou de totale pensioenopbouw bedragen:

€ 27.500 * 2,25% * 1 jaar = 619 (afgerond) + 518 + 546 
 






€ 1.683

-/- 6,71%

 
Zonder ‘knip’ zou de totale pensioenopbouw niet anders zijn
 
€ 1.570

Eindloon harder geraakt dan middelloon

De berekeningen laten zien dat de totale pensioenopbouw bij een middelloonregeling hoger is. Ook wordt een middelloonregeling procentueel gezien minder hard geraakt dan een eindloonregeling. Hiermee is de stelling, dat de eindloonregeling harder door Wet VAP wordt geraakt dan de middelloonregeling, bevestigd. Echter, wordt door deze berekeningen onomstotelijk vastgesteld dat alle eindloonregelingen door Wet VAP harder worden geraakt dan middelloonregelingen? Of moet de stelling enigszins worden genuanceerd?

Absoluut of relatief

In het specifieke geval zoals hiervoor berekend, wordt eindloon zowel absoluut (totale pensioenopbouw) als relatief (procentueel) gezien harder geraakt dan middelloon. Naast de berekening hiervoor zijn buiten dit artikel meerdere berekeningen gemaakt met verschillende variabelen. Dit om te kijken of de stelling enige nuancering behoeft. De volgende grafiek is een uitkomst van die berekeningen.

Wet VAP

De uitgangspunten voor deze grafiek zijn:

(i) pensioenleeftijd 65 jaar,

(ii) fiscaal maximale opbouwpercentages,

(iii) pensioenopbouw vanaf 2011,

(iv) 5% salarisstijging per jaar,

(v) indexatie van franchise 2% per jaar en

(vi) incidentele salarisverhoging in de jaren 2016, 2026 en 2036 van € 10.000.

 

Uit de berekeningen die ten grondslag liggen aan de grafiek kan worden afgeleid dat een nuancering van de stelling op zijn plaats is. Hoewel de stelling ten aanzien van de relatieve achteruitgang overeind blijft, gaat deze niet op voor de absolute pensioenopbouw. De berekeningen met de hiervoor genoemde uitgangspunten laten weliswaar zien dat op de pensioenleeftijd eindloon door Wet VAP een relatieve achteruitgang in de pensioenopbouw kent van 18,34% tegenover 18,06% bij middelloon. 2) Het verschil in achteruitgang is echter minimaal.

De absolute pensioenopbouw laat overigens zien dat de totale pensioenopbouw bij een eindloonregeling hoger is dan bij een middelloonregeling, gerekend met dezelfde variabelen.

Escape

Blijkt in een specifieke eindloonregeling bij toetsing aan Wet VAP dat deze zowel absoluut als relatief harder wordt getroffen dan een middelloonregeling in hetzelfde geval? Dan bestaat altijd nog de mogelijkheid om voor de toekomst over te stappen van een eindloon- naar een middelloonregeling. Hoewel dit gemakkelijk klinkt, zal het echter in de praktijk niet zo gemakkelijk gaan. Werkgever en werknemer hebben namelijk een pensioenovereenkomst gesloten waaraan de werkgever is gebonden. Om over te stappen van een eindloon- naar een middelloonregeling zal een nieuwe pensioentoezegging moeten worden gedaan en ook een nieuwe pensioenovereenkomst moeten worden gesloten. Hierbij is instemming van de werknemer nodig. Daarnaast spelen kosten en administratieve rompslomp nog een belangrijk punt om al dan niet de overstap te maken van een eindloon- naar een middelloonregeling.

Overigens zal de werknemer niet dwars liggen als hij een werkgever treft die er alles aan doet om de pensioenregeling zo fiscaal optimaal mogelijk te houden.

Afrondend

Het lijkt erop dat de stelling dat eindloonregelingen harder door Wet VAP worden geraakt dan middelloonregelingen enige nuancering behoeft. In ieder geval ten aanzien van de absolute totale pensioenopbouw. Daarnaast lijkt het afhankelijk te zijn van de omstandigheden van het geval of de stelling kan worden bevestigd dan wel worden ontkracht. In ieder geval kan niet onomstotelijk worden beweerd dat in alle gevallen eindloonregelingen door Wet VAP harder worden geraakt dan middelloonregeling in het zelfde geval.

1) De berekening van de jaarlijkse pensioenopbouw voor 2013 is als volgt:

€ 24.250 * 2% * 1 jaar + € 1.250 * 2% * 1 jaar (backservice over verstreken dienstjaar 2012) = € 510.

2) De totale pensioenopbouw bij opbouw met de lagere opbouwpercentages als gevolg van Wet VAP is vergeleken met de totale pensioenopbouw bij opbouw met de huidige opbouwpercentages als ware Wet VAP niet van toepassing.