Evaluatie Wet verevening pensioenrechten bij scheiding afgerond

Nadat medio 2017 de Tweede Kamer is geïnformeerd over de tussenstand van de evaluatie van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps), is de evaluatie nu afgerond. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister voor Rechtsbescherming concluderen dat de Wvps ‘beperkt gebruikt wordt, te vaak nog onbekend is bij burgers en scheidingsprofessionals en dat de uitvoering voor verbetering vatbaar is.’
De ministers constateren dat een ingewikkeld onderwerp (pensioen) aan de orde komt in een moeilijke situatie (echtscheiding). De overheid kan de redzaamheid in dergelijke situaties vergroten door een ‘realistischer opzet van beleid’. De opzet van de Wvps heeft naar de mening van de ministers nog steeds meerwaarde, maar de opzet van de wet kan verbeterd worden.
Een kleine dertig procent ziet wederzijds af van verevening, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. En bij zo’n dertig tot vijftig procent van het aantal scheidingen wordt de pensioenverevening via de pensioenuitvoerder geregeld. In deze situaties is voor de gewezen partners duidelijk wat de verwachtingen zijn. Bij de resterende groep (twintig tot veertig procent) is dat niet het geval. Als bijvoorbeeld het meldingsformulier te laat is ingestuurd naar de pensioenuitvoerder blijft recht bestaan op de pensioenrechten, maar moet de betaling worden geclaimd bij de ex-partner. De standaard van de WVPS speelt hierbij een grote rol. Daarom wordt ‘nee, tenzij u een formulier toestuurt’, gewijzigd in ‘ja, tenzij u aangeeft dat u het pensioen niet wilt verdelen’. Door deze wijziging zullen pensioenuitvoerders bij een scheidingsmelding die zij via de Basisregistratie Personen (BRP) ontvangen, in actie moeten komen. Dat is slechts anders als de ex-partners aangeven af te zien van verdeling van het ouderdomspensioen. De ministers willen daarom het voorstel doen dat pensioenuitvoerders bij een scheiding automatisch overgaan tot conversie.
Momenteel worden weinig conversies uitgevoerd (drie procent van de uitbetalingen bij scheiding). Conversie is nu nog relatief duur aangezien deze nog niet geautomatiseerd worden uitgevoerd. De bewindslieden verwachten dat dit anders wordt bij conversie als standaard en dat het proces dan geautomatiseerd wordt.
Een ander punt dat naar voren is gekomen uit de evaluatie is dat in de Wvps en de Pensioenwet verschillende definities worden gehanteerd voor het begrip partner. De Wvps geldt alleen betrekking op gehuwden en geregistreerde partners, niet op ongehuwd samenwonenden. De Pensioenwet heeft bredere werking, namelijk voor gehuwden, geregistreerde partners en partners in de zin van de pensioenovereenkomst. Aangezien steeds meer mensen ongehuwd samenwonen was de vraag opgekomen of de werkingssfeer van de Wvps moet worden uitgebreid naar ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden kiezen er vaak bewust voor om niet te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te gaan en financieel onafhankelijk te blijven. Bovendien krijgen uitvoerders via het BRP niet door dat de samenwoning is beëindigd. De ministers zien dan ook geen aanleiding om de WVPS ook van toepassing te laten worden op samenwonenden. Ook komt er geen keuzemogelijkheid voor samenwonenden om een keuzerecht te introduceren voor ongehuwd samenwonenden om het ouderdomspensioen gescheiden te laten uitbetalen door de pensioenuitvoerder.
De periode waarover het bijzonder partnerpensioen wordt toegekend, wordt verkort tot alleen de huwelijkse periode. Aanleiding is de aanpassing van het wettelijk stelsel inzake de gemeenschap van goederen per 1 januari 2018. De Pensioenwet moet op dit punt worden gewijzigd.
De grens voor het niet verevenen van ouderomspensioen in de Wvps - € 474,11 per jaar (2018) - wordt heroverwogen. Aanleiding is de Wet waardeoverdracht klein pensioen.
(Brief Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 8 maart 2018, kenmerk 2018-0000025158)

Noot:

De Wvps is in 1995 in werking getreden. Daarom was het ook hoog tijd voor een evaluatie. Pensioen blijkt een lastig aspect bij scheiding voor de betrokkenen bij een scheiding, niet zelden ook voor de advocaten. De gekozen oplossingsrichtingen - automatische conversie tenzij en geen toepassing voor samenwonenden - klinken plausibel. Hopelijk worden deze wijzigingen sneller geëvalueerd dan de wet zelf.

(april 2018)