Bedrag ontvangen bij echtscheiding voor verrekening van lijfrente belast

Belanghebbende A was in gemeenschap van goederen gehuwd met B. In 2004 is het huwelijk ontbonden. Tot de huwelijksgemeenschap behoorden twee lijfrenteverzekeringen. In het kader van de scheiding zijn deze verzekeringen toegescheiden aan B. De helft van de waarde van de verzekeringen heeft B in een bedrag betaald aan A. De inspecteur heeft een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij hij dit bedrag tot het inkomen van A heeft gerekend.
Voor Hof Den Bosch voert belanghebbende aan dat het door A ontvangen bedrag onbelast in op grond van het gelijkheidsbeginsel. Belanghebbende stelt dat belastingheffing normaal gesproken achterwege blijft, omdat de inspecteur in dergelijke zake niet op de hoogte is van dergelijke ontvangsten. Hof Den Bosch oordeelt dat de inspecteur het bedrag terecht tot het inkomen van belanghebbende heeft gerekend. Door slechts te stellen dat de inspecteur veelal niet op de hoogte is van dergelijke ontvangsten, heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat in de meerderheid van de met haar situatie vergelijkbare gevallen een juiste wetstoepassing achterwege is gebleven.
Het beroep wordt ongegrond verklaard.
(Hof 's-Hertogenbosch, 23 februari 2012, nr. 11/00439)