Automatisering aangifte schenk- en erfbelasting voorlopig nog niet afgerond

De staatssecretaris van Financiën - Menno Snel - heeft in een document van twintig pagina’s 97 vragen beantwoord over ‘de vertraging van de afhandeling van schenk- en erfbelasting’.
Bij de start van de automatisering van de aangifte schenk- en erfbelasting werden de kosten geraamd op 8,2 miljoen euro. Dat bedrag is al ruim overschreden en de totale kosten tot de afronding worden nu geraamd op 28,7 miljoen euro.
De problemen met de systemen bij de schenk- en erfbelasting zijn volgens de staatssecretaris “een voorbeeld van een incident dat in verband kan worden gebracht met het gebrekkige risicomanagement in het verleden en de informele besluitvormingscultuur”.
Het is al mogelijk om digitaal aangifte schenkbelasting te doen en met ingang van april 2018 geldt dat ook voor de erfbelasting. Op papier aangifte doen is nog steeds mogelijk.
Alleen geldt de mogelijkheid voor digitale aangifte nog niet voor professionele dienstverleners. Met softwareleveranciers is afgesproken dat deze groep over 2018 digitaal aangifte voor de schenkbelasting kan doen en voor overlijdens vanaf 1 januari 2019 voor de erfbelasting.
Inmiddels is er een grote achterstand in de verwerking van de aanslagoplegging erfbelasting. Daarom worden onder meer elf uitzendkrachten ingezet om die achterstand dit jaar weg te werken. De kosten hiervan bedragen € 620.000.
Volgens staatssecretaris Snel hoeft de vertraging in de aanslagoplegging geen obstakel te zijn voor het verdelen en uitkeren van een nalatenschap, bijvoorbeeld door een notaris. Er hoeft niet gewacht te worden totdat een aanslag is opgelegd. Volgens Snel kan bijvoorbeeld een deel van de nalatenschap worden achtergehouden voor het betalen van de erfbelasting. Ook doet de staatssecretaris de suggestie dat belastingplichtigen verzoeken om een voorlopige aanslag erfbelasting. Zo kunnen zij sneller meer zekerheid te krijgen. Voor ‘complexe situaties’ is binnen de Belastingdienst een postbus ingesteld. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en overige intermediairs zijn hierover geïnformeerd.
De afwikkeling van de aangifte wordt momenteel zoveel mogelijk first in first out ingelopen. De inspecteur heeft de bevoegdheid een aanslag erfbelasting vast te stellen binnen drie jaar na het overlijdenstijdstip. Om de eventuele nadelige gevolgen van het later opleggen van een belastingaanslag erfbelasting zijn weggenomen. Zolang dat nodig wordt geen belastingrente in rekening gebracht. De staatssecretaris geeft aan dat alle aangiften die in 2017 zijn ingediend, binnen de daarvoor geldende termijn worden afgedaan.
(Brief staatssecretaris van Financiën, 29 maart 2018, kenmerk 2018-0000048140)

Noot:

Veel van de door de staatssecretaris beantwoorde vragen gaan over aantallen en vooral over wie voor welk probleem verantwoordelijk kan worden gehouden. De vorenstaande samenvatting richt zich met name op de praktische problemen waar de Belastingdienst en burgers tegenaan lopen.

(april 2018)