Stakingslijfrente en niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek

Een ondernemer mag zijn winst verminderen met de zelfstandigenaftrek. Als de winst lager is dan de zelfstandigenaftrek, dan mag de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek maximaal 9 jaar vooruit worden geschoven. Als de ondernemer overlijdt en daardoor niet aan het urencriterium kan voldoen, geldt een goedkeuring. Deze goedkeuring houdt in dat de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek in mindering mag worden gebracht op de stakingswinst en dus niet op de ‘gewone’ winst in het jaar van overlijden van de ondernemer. Hierbij moet het gaan om een gehele staking van de onderneming.
Het kan zijn dat de stakingswinst bij het overlijden van de werknemer (gedeeltelijk) wordt omgezet in een lijfrente. In dat geval kan de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek slechts in mindering worden gebracht op de stakingswinst, voor zover deze niet is omgezet in een lijfrente.
(Bron: Besluit van 14 januari 2016, nr. BLKB2016/66)

Noot:

De zelfstandigenaftrek bedraagt voor een ondernemer die de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt
€ 7.280 (2016). Een van de voorwaarden om de jaarwinst te verminderen met de zelfstandigenaftrek is dat de ondernemer aan het urencriterium voldoet. Dat is het geval als hij in het kalenderjaar tenminste 1.225 uur als ondernemer werkzaam is. Bij staking van de onderneming, wegens overlijden van de ondernemer, wordt meestal niet aan dit criterium voldaan. Vandaar dat in die situatie een goedkeuring geldt.
Voor de praktijk betekent de goedkeuring dat het aan te bevelen is om niet de hele stakingswinst om te zetten in een lijfrente, maar om de stakingswinst eerst te verminderen met de eventuele niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek.
Er zijn andere situaties denkbaar waarin de ondernemer (onvrijwillig) niet aan het urencriterium kan voldoen. Voor deze situaties geldt geen goedkeuring voor niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek. Denk bijvoorbeeld aan arbeidsongeschiktheid van de ondernemer gevolgd door gehele staking van de onderneming. Als het de bedoeling is dat ook in die situatie de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek van de stakingswinst mag worden afgetrokken, dan lijkt het verstandig om de wet te wijzigen. Dat kan vrij eenvoudig door in de wet te bepalen dat bij overlijden of arbeidsongeschiktheid voor de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek als voorwaarde geldt dat het voorafgaande jaar aan het urencriterium werd voldaan.
Het besluit werkt terug tot en met 1 januari 2011. Dat betekent dat een aanslag die onherroepelijk vaststaat op verzoek ambtshalve wordt verminderd.